Met het aanvullend geboorteverlof kunnen partners (vanaf 1 juli 2020) in het eerste half jaar na de geboorte van de baby vijf weken extra geboorteverlof krijgen. Tijdens het verlof krijgt de partner geen salaris, maar een uitkering van het UWV. Bij Werknemer > Tab Sociaal > Incidenteel lager loon kunt u eventueel aangeven dat de werknemer aanvullend geboorteverlof opneemt.
Tijdens het aanvullend geboorteverlof is het salaris 30% lager. Bij een hoger inkomen kan dit zelfs meer zijn. Het dagloon heeft namelijk een maximum. Soms vult uw werkgever de uitkering aan tot 100%. Dit staat eventueel in de cao/arbeidsovereenkomst. Kijk hier voor meer informatie.
Als u een aanvullende uitkering betaald (dus bovenop de 70% van het UWV) dan dient u dit apart op te nemen op de loonstrook.
Ga naar Looncode en maak een looncode met de door u gewenste omschrijving (bijvoorbeeld: Aanvulling Geboorteverlof).
Selecteer bij soort: 01 ‘bruto loon per periode’.
Klik op Geavanceerd en selecteer in de linkerkolom: Aanvulling op uitkering.
Aan de rechterkant bij Soort uur selecteert u ‘nergens bij meetellen’.
Bij het boeken voegt u deze looncode toe met het gewenste bedrag.
Ook zet u linksonder ‘Incidenteel lager loon’ op Geboorteverlof.
Nu zal de aanvulling op de uitkering op de juiste manier aangegeven worden in de loonaangifte.
Het kan zijn dat de aanvulling op de uitkering onderdeel is van de grondslag voor de pensioenpremie. Dat is bij het ene pensioenfonds wel en het andere niet. Controleer dit in het betreffende reglement.
Indien het salaris niet aangevuld tot 100% dient te worden maar wel het pensioen op wilt laten bouwen over het volledige salaris. Dan kunt u het normale salaris verwerken en een looncode gebruiken waarmee u 30% inhoudt voor het aanvullend geboorteverlof. Deze looncode dient niet mee te tellen bij de gewone uren, zodat de pensioen opbouw in stand blijft. Dat kan bij Looncode > Openen > Selecteer uw gemaakte looncode > Geavanceerd > Vink bij Grondslag ‘Pensioen’ uit en selecteer bij Soort uur: Nergens bij meetellen.