Menu

Onze kennisbank biedt directe oplossingen, stapsgewijze handleidingen en antwoorden op veelgestelde vragen.

Primo- en Ultimo-regelingen

In Nederland bestaan er tal van pensioenfondsen. Elk fonds heeft zijn eigen voorwaarden, premiepercentages, grondslagen en wijze van aanlevering van regelinggegevens.

Toch zijn er ook duidelijke overeenkomsten tussen pensioenregelingen. Dit artikel laat zien wat de verschillen zijn tussen Ultimo- en Primo-regelingen en hoe je deze herkent en instelt in LogiSal.

Primo- en Ultimo-regelingen

Een belangrijk onderscheid tussen pensioenfondsen is of zij gebruikmaken van een Primo- of een Ultimo-regeling.

De Primo-regeling

Bij een Primo-regeling wordt het regelingloon vastgesteld op basis van de situatie per 1 januari (bij maandverloning) of de eerste aangifteperiode (bij 4-wekenverloning). Bij nieuwe werknemers geldt de datum van indiensttreding als peildatum.

Het regelingloon bestaat uit het voltijd jaarsalaris van de werknemer, vaak inclusief vaste looncomponenten zoals vakantiegeld. Welke componenten pensioengevend zijn, verschilt per pensioenfonds. Het vastgestelde regelingloon blijft vervolgens gedurende het hele jaar ongewijzigd. Alleen in uitzonderlijke gevallen mag het worden aangepast.

Het regelingloon, ook wel pensioengevend loon genoemd, is het deel van het bruto salaris dat meetelt voor de pensioenopbouw. Als er sprake is van een Primo-regeling mag het regelingloon niet €0,00 zijn. Sommige pensioenfondsen hebben een minimum bedrag ingesteld.

De Ultimo-regeling

Pensioenfondsen die werken met een Ultimo-regeling gebruiken het pensioengevend loon per periode. Dit betekent dat het regelingloon kan variëren per aangifteperiode – bijvoorbeeld bij parttime wijzigingen, overwerk of incidentele beloningen.

Bij fondsen die gebruikmaken van Voortschrijdend Cumulatief Rekenen (VCR) wordt bovendien rekening gehouden met regelinggegevens uit eerdere tijdvakken, zoals het cumulatieve loon, gewerkte uren en normuren. Deze worden samen gebruikt om de premie van het huidige tijdvak correct te berekenen.

Tip! Raadpleeg de website van het betreffende pensioenfonds voor rekenvoorbeelden, handleidingen en de officiële voorschriften.

Hoe herken je in LogiSal of een fonds een Primo- of Ultimo-regeling hanteert?

Volg deze stappen:

  1. Ga naar Werkgever > tabblad Inhoudingen > tabblad Pensioenachtigen.
  2. Dubbelklik op het pensioenfonds om de geavanceerde instellingen te openen.
  3. Ga naar het tabblad Grondslag.

 

Op dit tabblad vind je de instellingen voor Systeem 1 en Systeem 2, die aangeven welke regeling van toepassing is.

Systeem 1 – voor Primo-regelingen

Systeem 1 wordt gebruikt bij Primo-regelingen. LogiSal berekent hiermee automatisch het voltijd jaarsalaris op basis van de werknemersgegevens.

Wanneer het regelingloon bestaat uit het voltijd jaarsalaris plus één of meerdere vaste looncomponenten, vul je bij het veld Opslag in % op loon het bijbehorende percentage in.

Voorbeeld: Ontvangt de werknemer 8% vakantiegeld, dan vul je hier 8 in.

Zijn er meerdere pensioengevende componenten? Tel de percentages dan bij elkaar op en vul het totaal in.

Bij Werknemer > tabblad Loon e.d. wordt het berekende voltijd jaarsalaris weergegeven in het veld Vast overeengekomen jaarloon op basis van voltijd.

Tip! Je kunt dit bedrag handmatig aanpassen of automatisch opnieuw laten berekenen door op het uitroepteken naast het veld te klikken.

Systeem 2 – voor Ultimo-regelingen

Als Systeem 1 niet is aangevinkt, betekent dit dat Systeem 2 actief is – bedoeld voor Ultimo regelingen.

Bij Systeem 2 wordt het regelingloon per periode vastgesteld. Standaard staan de grondslag en de opties “Vakantiegeld bij het loon voor de grondslag optellen” en “Deze inhouding ook berekenen over bijzondere beloning” correct ingesteld, maar je ze kunt ze zelf aanpassen.